Veel ouderen, en zeker de katholiek opgevoede ouderen, zullen het zich ongetwijfeld nog herinneren: het vastentrommeltje.
Het was een trommeltje waar je als kind alle snoepjes, koekjes en andere lekkernijen in bewaarde omdat je die tijdens de vastentijd niet mocht opeten. De vastentijd is de periode die begint op Aswoensdag (de woensdag na carnaval) en duurt tot paaszaterdag.
De vastentijd duurt 46 dagen, maar omdat er op zondag niet gevast wordt zijn er in totaal 40 dagen waarop je niet mocht snoepen.

Ik herinner me mijn eigen vastentrommeltje nog goed. Naarmate de vastentijd vorderde werd het in dat trommeltje steeds meer één grote, aan elkaar geplakte bult snoep. Dat kwam vooral door de drop, waar de koekjes en andere snoepjes gemakkelijk aan bleven plakken.
Ik maakte het trommeltje regelmatig open. Soms om er weer een nieuw snoepje of koekje in te doen, soms om gewoon te kijken wat er allemaal al in zat. En dan had ik vaak een moment van twijfel: zou ik toch niet één snoepje opeten? Of zou iemand dat zien of ontdekken?
Paaszaterdag
Het einde van de vastenperiode was op paaszaterdag: de dag voor Pasen. Dan mocht vanaf 12.00 uur ’s middags het trommeltje open en kon je eindelijk lekker snoepen. Nou ja, lekker? Vooral de koekjes waren na zo’n lange tijd in het trommeltje helemaal niet meer zo lekker. Vaak moest je het snoep uit elkaar trekken en was dat ook niet meer smakelijk. Maar ja: niet opeten was geen optie. Je had tenslotte niet voor niets al die tijd gevast!
Wat ik me ook herinner, is dat ik op paaszaterdagavond geen warm eten meer lustte.
Te veel gesnoept.
En u?
Heeft u ook een verhaal over het vastentrommeltje?
Mail het naar info@kruideniersmuseum.nl
Het Kruideniersmuseum heeft nog vastentrommeltjes over in het assortiment.
Heeft u belangstelling? Mail naar info@kruideniersmuseum.nl of bel ons op 030-2006955.
Henri Maarse
