Geschiedenis van het Kruideniersmuseum
De geschiedenis van het Kruideniersmuseum voert terug tot 1974. Het was in een periode waarin veel kleinere kruidenierswinkels hun deuren definitief sloten. Dat kwam omdat zij het niet langer konden bolwerken tegen de grote(re) zelfbedieningssupermarkten die vanaf de tweede helft van de jaren ’50 van de vorige eeuw in Nederland sterk in opkomst waren gekomen.
Om toch iets uit de tijd na de Tweede Wereldoorlog te bewaren, ontstond bij een aantal mensen uit de levensmiddelenbranche het idee op om een kruideniersmuseum te beginnen. Vertegenwoordigers van het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL), de Kruideniersvakopleidingsschool, merkartikelfabrikanten en de ‘Op Reclamegebied Samenwerkende Industrieën’(ORSI*) kwamen bij elkaar om het idee te bespreken. Dat overleg leverde in 1974 de oprichting van de Stichting Museum voor het Kruideniersbedrijf op.
Het museum gaat van start in een kleine ruimte van het Filmtheater aan Hoogt 6 in Utrecht. Het is eigenlijk niet meer dan een snoepwinkeltje met wat oude spulletjes uit kruidenierswinkels. Om publiciteit te krijgen voor het winkeltje begint Jan Veenhoven, directeur van de ORSI en één van de initiatiefnemers van het museum, met een feuilleton onder de naam ‘Betje Boerhave’s winkelpraat’. Elke week wordt tussen 1974 en 1975 een aflevering in het Utrechts Nieuwsblad gepubliceerd. In de verhalen is Betje Boerhave een Utrechtse kruideniersvrouw die een winkeltje had op Hoogt 6. De verhalen zijn populair en worden gebundeld in 7 boekjes. De mare gaat zelfs dat koningin Juliana een fervent lezer van de boekjes was. Hoewel vele lezers hebben gedacht dat Betje Boerhave daadwerkelijk heeft bestaan, bleek later dat het een gefingeerd personage was.
Het museum blijft tot 2019 in het Filmtheater. Ondanks de beperkte ruimte, worden er in de loop der jaren regelmatig extra activiteiten gehouden. Merkartikelfabrikanten bijvoorbeeld gebruiken het winkeltje voor het inrichten van een kleine expositie ter gelegenheid van een jubileum. Als het Filmtheater moet worden gerenoveerd, is er geen plaats meer voor het museum en moet het verhuizen. Gelukkig wordt er op Hoogt 10 een nieuwe locatie gevonden. Die wordt met dank aan de ruimhartige financiële steun van vrijwel alle in Nederland actieve supermarktketens compleet gerenoveerd. En dankzij de grotere ruimte is dat kleine winkeltje van Betje Boerhave nu uitgegroeid tot een mooi museum.

*De ORSI was in de jaren ’60 en ’70 een belangrijke organisatie omdat veel levensmiddelenfabrikanten nog vertegenwoordigers en verkopers in dienst hadden die winkeltje voor winkeltje bij kruideniers langs gingen om artikelen te verkopen. De organisatie is later opgegaan in verschillende andere organen zoals Bond van Adverteerders (BVA), Direct Marketing Association (DMA).
Tekst: Henri Maarse